+31-53 436 8124

Publicaties

Wagenaar Lawyers

Bancaire zorgplicht – opzegging krediet

In het huidige economische klimaat zullen particulieren en bedrijven vaker geconfronteerd worden met opzegging van het krediet door de bank. Derhalve is het van groot belang om bewust te zijn van de juridische voorwaarden die daarbij relevant zijn.

Contractuele voorwaarden

Op basis van de contractuele voorwaarden van de kredietdocumentatie en de relevante algemene voorwaarden van de bank is de bank in principe al snel bevoegd om over te gaan tot opeising / opzeggen lening. Over het algemeen zullen, onder andere, de volgende opeisingsgronden genoemd worden:

  1. faillissement of surséance van betaling van de kredietnemer,
  2. het niet voldoen aan enige betalingsverplichting,
  3. het niet voldoen aan enige andere verplichting onder de kredietdocumentatie,
  4. beslaglegging op enig vermogen van de kredietnemer,
  5. indien naar het oordeel van de bank gegronde vrees bestaat dat het krediet niet terug betaald kan worden.

Daarnaast zullen nog vele andere opeisingsgronden vermeld worden in de kredietdocumentatie. Hieruit kan worden afgeleid dat de bank contractueel gezien voldoende mogelijkheden heeft om over te gaan tot opeising/opzegging van het krediet. Of een dergelijke opeising/ opzegging juridisch ook stand zal houden, is echter mede afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder de zorgplicht van de bank. De zorgplicht van de bank wordt gegeven door de algemene bankvoorwaarden en is nader ontwikkeld in de jurisprudentie.

Algemene Bankvoorwaarden

De algemene bankvoorwaarden zijn van toepassing op alle Nederlandse banken in relatie tot haar cliënten. Artikel 2 van de algemene bankvoorwaarden luidt als volgt: “De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze algemene bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen.”

Jurisprudentie

De jurisprudentie van de Hoge Raad bevestigt dat op banken als professionele dienstverlener een bijzondere bancaire zorgplicht rust. Deze bijzondere zorgplicht volgt uit de redelijkheid en billijkheid, waarbij tevens in aanmerking worden genomen de maatschappelijke functie van banken en de deskundigheid. Deze bijzondere zorgplicht geldt ten opzichte van de cliënten van de bank onder de contractuele relatie en tevens ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening dient te houden op grond van hetgeen volgens omgeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Of de opzegging van het krediet daadwerkelijk het beoogde rechtsgevolg heeft gehad, dient beoordeeld te worden aan de hand van de redelijkheid en billijkheid in verband met de omstandigheden van het geval. Daarbij is de bijzondere zorgplicht relevant alsmede dient de opzegging te voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Uit de jurisprudentie volgt dat daarbij, onder andere, de volgende factoren van belang zijn:

  • de duur, de mate van exclusiviteit, de omvang en de ingewikkeldheid van de kredietrelatie,
  • een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid en/of aanmerkelijke toeneming van het bancaire kredietrisico, waarbij met name van belang zal zijn of er voldoende dekking door zekerheid bestaat,
  • het gedrag en de betrouwbaarheid van de kredietnemer alsmede de mate waarin en de tijdigheid waarmee deze de bank op de hoogte heeft gesteld en stelt van alle voor de kredietrelatie relevante omstandigheden,
  • of en in welke mate de kredietnemer toerekenbaar is tekortgeschoten (bij voorbeeld door (structurele en/of ruime) overschrijding van de kredietlimiet),
  • de kans dat de onderneming van de kredietnemer, al of niet na reorganisatie of doorstart, zal overleven en de mate waarin de kredietnemer een reorganisatie heeft opgestart,
  • welke termijn de kredietnemer krijgt om een andere (huis)bankier te zoeken en welke ernstige financiële problemen voor de kredietnemer (zullen) ontstaan indien hij zijn financieringsbehoefte niet op korte termijn elders kan onderbrengen,
  • de wijze van besluitvorming van de bank voorafgaand aan de opzegging en de wijze waarop overleg is gevoerd met de kredietnemer en of en in welke mate de bank de kredietnemer tevoren heeft gewaarschuwd,
  • of de bank door eigen gedragingen (zoals toelating van overschrijding van de kredietlimiet) verwachtingen heeft gewekt,
  • andere maatschappelijke belangen (waaronder het voorbestaan van werkgelegenheid).

Conclusie

Of opzegging van de kredietrelatie door de bank juridisch stand zal houden zal dus getoetst moeten worden aan de hierin genoemde voorwaarden. In ieder geval kan gesteld worden dat er niet onzorgvuldig en buiten proportioneel gehandeld mag worden door de bank. Indien u als particulier of als ondernemer geconfronteerd wordt met een bank die overgaat tot opzegging van het krediet, is het raadzaam om hierover juridisch advies in te winnen. In dat geval zal er snel gehandeld dienen te worden.